Een (sport) paard kopen of verkopen?

Hippisch recht advocaat Maud van den Berg adviseert en procedeert over koopovereenkomsten ter zake een paard. Dit kan onder meer gaan over het ontbinden van een koopcontract wanneer het paard niet beantwoordt aan de overeenkomst. Ook een schade-aanspraak kan opkomen wanneer er een geschil over een koopcontract ontstaat.

Aansprekende voorbeelden zijn dat een paard ziek is, (oud)blessureleed heeft of kampt met een gedragsstoornis. Ook kunnen behaalde prestaties (opzettelijk) onjuist zijn medegedeeld. Bij een dergelijk geschil kunt u terecht bij de civiele rechter. In de praktijk is niet altijd even duidelijk welke weg bewandeld moet worden als partijen van een koop af willen, of schade vergoed willen zien. Reden genoeg dus om een aantal belangrijke punten te bespreken.

 

CONFORMITEIT VAN EEN PAARD

Een paard moet aan de overeenkomst beantwoorden. Dit noemen we in juridisch jargon ook wel ‘conformiteit’. Een paard beantwoordt niet aan de overeenkomst, wanneer het paard niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Afhankelijk van de omstandigheden van het geval betekent dit dat de koper op grond van de overeenkomst een paard mocht verwachten dat gezond is en niet behept is met een gedragsstoornis. Die relevante omstandigheden worden ook wel indicatoren of gezichtspunten genoemd. Zo spelen o.a. mededelingen van de verkoper, hoedanigheid van partijen (professionele koper of een consument), hoogte van de prijs en de zichtbaarheid- en aard van het gebrek een rol.

 

 

 

 

WAT KUNT U ONDERNEMEN WANNEER DE OVEREENKOMST NIET WORDT NAGEKOMEN?

Veel kopers zijn ervan overtuigd dat een verkoper van een paard altijd wettelijk aansprakelijk is -en dus verplicht is om een schadevergoeding aan de koper te betalen- wanneer een paard na aankoop niet gezond blijkt te zijn. Dat is onjuist. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat de verkoper niet ‘toerekenbaar’ tekort is geschoten. Voor aansprakelijkheid van de verkoper is namelijk vereist dat de tekortkoming aan de koper kan worden toegerekend. Als bijvoorbeeld een ontstane gedragsstoornis bij een paard of een blessure niet te wijten is aan schuld van de verkoper of anderszins voor zijn rekening komt, dan hoeft de verkoper de door de koper als gevolg van die blessure geleden schade mogelijkerwijs niet te vergoeden. Wel staan dan mogelijk andere acties open, zoals de (gedeeltelijke) ontbinding van de koopovereenkomst. In dat geval kan de verkoper namelijk door de rechter veroordeeld worden tot (gedeeltelijke) terugbetaling van de koopprijs.

 

DE ONDERZOEKS- EN MEDEDELINGSPLICHT BIJ DE KOOP VAN EEN PAARD

Een ander veel voorkomend geval is dat een koper aan iedere mededeling van een verkoper ook daadwerkelijk rechten kan ontlenen. Ten onrechte spreken kopers bijvoorbeeld vaak over een ‘garantie’ van de verkoper dat het paard gezond zou zijn. Een verkoper kan inderdaad mededelingen over het karakter, de geschiktheid voor de sport of de gezondheid van het paard hebben gedaan. Zoals bijvoorbeeld ‘het paard is gezond, want het is tijdens de keuring zowel klinisch- als röntgenologisch goedgekeurd’. Wanneer een (professionele) koper echter moet begrijpen dat deze laatste mededeling van de verkoper berust op die specifieke verkoopkeuring, dan kan het zo zijn dat een niet tijdens die keuring opgemerkte aandoening vervolgens voor rekening van de koper komt. Dit is mogelijk wanneer de koper in dat specifieke geval meer onderzoek had kunnen- en moeten doen door bijvoorbeeld een bloedonderzoek. Dit laatste is met name relevant bij een professionele koper, op wie een zwaardere onderzoeksplicht rust.

 

BLOEDONDERZOEK BIJ EEN PAARD

Een (tweedehands) product wordt door de verkoper in de regel zo rooskleurig als mogelijk aan een potentiële koper gepresenteerd. Ook in de hippische sport zet een (professionele) verkoper van een paard het spreekwoordelijke beste been van het paard voor. Helaas komen ook schrijnende gevallen voor waarbij een koper van een paard feitelijk wordt opgelicht door een verkoper, wat veel leed veroorzaakt. Een extreem voorbeeld daarvan is een kreupel paard dat bij aankoop gedrogeerd bleek te zijn, zodat een kreupelheid tijdens de aankoopkeuring en/of levering van het paard onopgemerkt bleef voor de koper (LINK: zie ook ECLI:NL:RBOVE:2017:4820). Ook om die reden -dus naast het opsporen van eventuele gezondheidsproblemen die blijken uit bloedonderzoeken- adviseert hippisch recht advocaat Maud van den Berg om bloed af te laten nemen tijdens de (aankoop)keuring van het paard.

 

 

VASTLEGGEN VAN DUIDELIJKE AFSPRAKEN BIJ DE KOOP VAN EEN PAARD

Vaak weten partijen niet welke risico’s zij bij het kopen of verkopen van een paard accepteren en welke juridische remedies tot hun beschikking staan, mochten zaken anders lopen dan verwacht. Dergelijke zaken kunnen door partijen wel worden vastgelegd, namelijk in de koopovereenkomst. De belangen zijn vaak groot, waardoor mondelinge afspraken niet meer volstaan. Wees u zich als professionele verkoper er wel van bewust dat een consument bescherming geniet op grond van de wet – waarvan doorgaans niet bij overeenkomst kan worden afgeweken. Bijvoorbeeld ten aanzien van de bewijspositie wordt een consument vergaand tegemoetgekomen wanneer hij kan aantonen dat het paard non-conform is. De professionele verkoper moet dan bewijzen dat het paard, toen deze werd afgeleverd, wèl conform was. Dit kan een onmogelijke uitdaging opleveren met als mogelijk resultaat dat de verkoper niet alleen de koopprijs moet terugbetalen maar ook alle door de koper geleden schade (zoals dierenartskosten, stallingskosten enz.) aan de koper moet vergoeden. Meer hierover lees je in dit artikel.

 

Advocaat gespecialiseerd in hippisch recht

Vanwege de complexiteit van dit onderwerp is het niet mogelijk om alle mogelijk relevante aandachtspunten bij de koop of verkoop van een paard in dit artikel te bespreken. Heeft u een vraag ten aanzien van een specifieke koop- of verkoop van een paard, of bent u als professioneel verkoper op zoek naar een algemeen advies voor uw onderneming, dan staat hippisch advocaat Maud van den Berg graag tot uw beschikking.

 

 

Tekst: Maud van den Berg | Headerfoto: by Valerie Fomina on Unsplash

 

 

Aandachtspunten bij het sluiten van een koopovereenkomst

Een koopovereenkomst is een overeenkomst waarbij de verkoper zich verbindt een zaak te geven en de koper daarvoor een prijs moet betalen. Dit lijkt vrij simpel. Maar schijn bedriegt, want zeker binnen de hippische sector leveren koopovereenkomsten juist vaak discussies op. Waar moet je dan als hippische ondernemer op letten bij het sluiten van een contract? We spreken erover met Maud van den Berg, advocaat hippisch recht.

 


90% van alle geschillen gaat over de uitleg van een afspraak

‘Wat mag je over en weer van elkaar verwachten wanneer je een koopovereenkomst sluit? Bij het contracteren is er een grote mate van contractvrijheid. Dat betekent dat je veel onderling mag afspreken, zonder dat dit door de wet wordt ingeperkt. Daarin schuilt ook het gevaar dat contracten soms onvolledig zijn of dat niet goed genoeg gesproken is over de eisen (over en weer). Dan ontstaan vragen zoals wie is waarvoor aansprakelijk en waar moet een paard bij de aankoop aan voldoen? Als advocaat hippisch recht zie ik dat veel zaken pas bij mij terechtkomen, wanneer er al een partij teleurgesteld is.’

 

Een te late levering

‘In de praktijk zie ik dat het vaak misgaat bij de levering. Bijvoorbeeld wanneer een verkoper te laat of niet -goed- levert, dan lijdt de kopende partij schade. Zeker wanneer er internationaal wordt gehandeld, leidt een te late levering tot een kink in de kabel. Denk bijvoorbeeld ook aan de situatie dat de koper genoodzaakt is de zaak of zaken vanwege een te late levering elders tegen een hogere koopprijs aan te schaffen. Het prijsverschil dient dan in de regel door de verkoper aan de koper te worden vergoed. Afspraken over het moment van levering -en de gevolgen van een niet tijdige levering- verdienen dus aandacht. Zeker wanneer de leveringstermijn fataal is, met andere woorden: er kan niet op een latere levering worden gewacht, is dat goed om te benadrukken.’

 

 

Risico-overgang

‘Stel dat je als verkoper van een paard met de koper overeenkomt dat het paard nog enige tijd bij jou op stal blijft. Voor trainingsdoeleinden bijvoorbeeld of omdat het paard eerst nog wordt gecastreerd voordat hij op de stal van de koper zal worden afgeleverd. Partijen kunnen dan afspreken dat het risico voor het paard -dus een eventuele blessure, ziekte of zelfs overlijden- dan voor risico van de koper komt, terwijl het paard nog op de stal van de verkoper staat. Dit heeft tot gevolg dat, mocht ziekte of overlijden van een paard zich dan voordoen, een koper vervolgens alsnog de volledige koopprijs moet betalen voor het zieke- of geblesseerde paard. Zeker wanneer de koop ziet op een paard, verdient het moment waarop het risico voor het paard overgaat op de koper dus bijzondere aandacht.’

 

De klachtplicht en verjaring

‘Heb je een gebrekkige zaak van de verkoper ontvangen? Klaag dan tijdig hierover bij de verkoper. Doe je dit niet, dan kan het zijn dat jouw rechten ten aanzien van de verkopende partij zijn vervallen. De aangesproken partij moet zich namelijk kunnen verweren en niet onnodig in zijn belangen worden geschaad. We noemen dit de klachtplicht.’

‘Een ander punt is de verjaringstermijn. Naast het tijdig klagen, moet je ook tijdig een procedure opstarten. Vanaf het moment dat je bij de verkoper over een gebrek hebt geprotesteerd, gaat een verjaringstermijn lopen. Afhankelijk van de aard van de zaak wordt deze termijn bepaald.’

 

Naar de rechter

‘Een zakelijk geschil wordt meestal commercieel opgelost. Partijen hebben er doorgaans een zakelijk belang bij dat een geschil over een koopovereenkomst niet escaleert. Toch kan het voorkomen dat een koopovereenkomst zodanig teleurstellend uitpakt, dat dit resulteert in een procedure bij de civiele rechter. Uit gepubliceerde rechtspraak blijkt dat geschillen over koopovereenkomsten bij -geblesseerde of zieke- paarden bijzonder vaak aan de onze civiele rechter worden voorgelegd, dit onderwerp zal ik daarom in een volgend artikel in het bijzonder bespreken. Maar geschillen in de hippische sector kunnen natuurlijk ook gaan over andere zaken, zoals de aankoop- en installatie van een nieuwe bodem in een buitenbak en gebrekkig geleverde voertuigen zoals een tractor of een paarden(vracht)wagen.’

‘Wanneer het belang van de zaak dat vergt, treed ik op als procesadvocaat voor partijen in de hippische sector. Dit kan ten aanzien van een koopovereenkomst gaan over bijvoorbeeld een uitlegvraag van een contract of een niet (goed) geleverde zaak.’

 

Maud van den Berg | Advocaat hippisch recht
Maud van den Berg is verbonden aan MAAK Advocaten NV als advocaat hippisch recht. Zij focust op contractuele en niet-contractuele aansprakelijkheid. Maud treedt voor de hippische sector op bij het inrichten van commerciële contracten bij de koop van paarden, voertuigen en andere zaken. Zij heeft affiniteit met internationale koopcontracten. Bij een zakelijk geschil voert Maud onderhandelingen of procedures bij iedere civiele rechter in Nederland.

 

 

Benedict Koopmans: Reclamekosten drukken uw winst, of toch niet?

Ik denk dat de volgende situatie voor veel niet hippische ondernemers wel herkenbaar is. Uw zoon of dochter rijdt paard en neemt met dit paard deel aan wedstrijden. Om reclame te maken voor uw bedrijf, hebt u het logo laten zetten op het zadeldekje, de zweetdeken en de trailer. De kosten voor het deelnemen aan wedstrijden, voert u op als reclamekosten. Slim bedacht! Hoe werkt dit in de praktijk?

Alleen de kosten die een redelijk denkend ondernemer ook zou maken om dezelfde naamsbekendheid te bereiken, mogen in aftrek worden gebracht. Van belang is dus in hoeverre in een persoonlijke behoefte wordt voorzien. Kosten die worden gemaakt om een persoonlijke behoefte te bevredigen, zijn geen zakelijke kosten en zijn daardoor niet aftrekbaar. Is de ondernemer een echte paardenliefhebber, dan zal sneller worden aangenomen dat bovenstaande kosten grotendeels als privékosten moeten worden aangemerkt. Heeft de ondernemer echter niks met paarden, en worden de kosten niet gemaakt om de persoonlijke behoefte te bevredigen, dan is de kans groter dat deze zakelijk kunnen worden geëtiketteerd en dus aftrekbaar zijn.

 

Renpaardenarrest

In het zogenoemde renpaardenarrest, waarin de Hoge Raad uitspraak deed in een vergelijkbare situatie, heeft de ondernemer niet voldoende aannemelijk kunnen maken geen paardenliefhebber te zijn.  Deze ondernemer was eigenaar van een uitzendbureau en had privé twee renpaarden in zijn bezit. De reclamekosten werden als kosten in aftrek op de winst gebracht. Omdat, bleek later, de ondernemer wel degelijk paardenliefhebber was, oordeelde de rechter dat deze kosten niet als reclamekosten konden worden opgevoerd.

Hulp nodig?
Ik kan me voorstellen dat je soms twijfelt bij het al dan niet opvoeren van (reclame)kosten. Neem gerust contact met mij op en ik help je verder!

Contact: Benedict Koopmans Sport en Fokkerij

 

 

Andere artikelen van Benedict Koopmans:

 

 

 

 

 

Zonne-energie op uw manegedak?

In 2019 hebben de hippische sector en GroenLeven de handen ineengeslagen en werken sindsdien samen om de wereld te voorzien van schone energie.

 

Nederland staat een energietransitie te wachten die zijn weerga niet kent, maar de ruimte is beperkt. De eerste stap is dan ook zoveel mogelijk daken voorzien van zonnepanelen. Met zonnepanelen op uw grootschalige managedak levert u een substantiële bijdrage aan de energietransitie. Goed voor het klimaat en voor uw portemonnee.

 

GroenLeven wil het zo toegankelijk mogelijk maken om zonne-energie op grootschalige daken (daken groter dan 1.500 vierkante meter) te realiseren. Daarom bieden wij verschillende aanschafmogelijkheden. Zo kunt u uw dak aan ons verhuren en is het mogelijk om de zonnepanelen te kopen of te leasen.

 

Met een zonnedak van GroenLeven wekt u dagelijks uw eigen stroom op. Interessante subsidies maken de investering extra aantrekkelijk. Met deze subsidie vergoedt de overheid een deel van de duurzame energie die u opwekt. SDE-subsidie werkt met een basisbedrag per kWh en dit bedrag neemt jaarlijks af. Wacht daarom niet langer en investeer nu in een zonnedak! De eerstvolgende SDE++ ronde is in het najaar van 2021.

 

 

Ga naar www.groenleven.nl/zon-en-hippische-sector en laat uw gegevens achter vóór 31 augustus. Zo kunt u profiteren van de komende SDE-subsidieronde van het najaar 2021.

 

GroenLeven –  betrouwbaar en ervaren

Kiest u voor GroenLeven, dan kiest u voor een betrouwbare partner met veel ervaring. Kwaliteit staat voorop. Zo beschikt GroenLeven als enige grootschalige zonne-energiebedrijf over de certificaten ISO9001 (kwaliteit) en ISO 14001 (milieu). Kwaliteit is belangrijk voor veilige en langdurige werking. Elk door ons gerealiseerde zonnedak wordt dan ook geïnspecteerd en gekeurd door een onafhankelijke inspecteur, op basis van NEN 1010.

Als het zonnedak gerealiseerd is, is het ook mogelijk om deze door ons te laten onderhouden en te monitoren. Zo zorgt GroenLeven voor een optimaal rendement.

 

Uw zonnedak: goed voor het klimaat en uw portemonnee

Uw dak voorzien van zonnepanelen was nog nooit zo eenvoudig als met GroenLeven. Wij regelen alles voor u, van het aanvragen van subsidie tot en met het onderhoud. En met de keuze tussen kopen, leasen of uw dak verhuren is het altijd mogelijk om te investeren in zonne-energie. GroenLeven helpt u graag met het maken van de juiste keuze, voor het klimaat en voor uw portemonnee.

  • Bespaar op energiekosten
  • Verdient u investering snel terug
  • Wekt uw eigen duurzame energie op
  • Profiteer van aantrekkelijke subsidie
  • Geeft uw bedrijf een duurzame uitstraling
  • Vergroot inkomsten met terugleveren stroom

 

De voordelen van GroenLeven

  • FrieslandCampina, Agrifirm, Univé, INretail en de hippische sector kiezen bewust voor GroenLeven en haar werkwijze;
  • GroenLeven heeft meer dan 800 grootschalige zonnedaken voorzien van zonne-energie;
  • GroenLeven biedt verschillende mogelijkheden voor het aanschaffen van zonnepanelen;
  • GroenLeven regelt alles van A tot Z, van SDE-subsidie tot service en onderhoud;
  • GroenLeven werkt veilig volgens NEN 1010, SCOPE 12 en is ISO gecertificeerd: ISO9001 (kwaliteit), ISO14001 (milieu).

 

 

Andere artikelen van GroenLeven:

 

 

 

 

De paardenhobby aan huis

Paarden aan huis, voor veel ruiters en amazones is het een droom, maar wat is er eigenlijk mogelijk als je hobbymatig paarden aan huis wil houden? Senior-adviseur Jirka van de Pas vertelt je er alles over in dit artikel van Van Santvoort Advies.

‘’Er zijn veel mensen die niets liever willen dan hun paarden aan huis houden. We krijgen er dan ook vaak vragen over. Dit is een leuk onderwerp om in te duiken en we helpen onze klanten dan ook graag door een uitgebreid advies te geven. In een eerder artikel hebben we het ook al gehad over paarden aan huis. Daar praatten we je voornamelijk bij over paarden houden op professionele basis. Deze keer hebben we het over het houden van paarden aan huis als hobby.‘’

 

Vergunningsvrij als optie

Soms is het mogelijk om een bijgebouw (stal) vergunningsvrij te bouwen. Dat is afhankelijk van de perceelgrootte en geldt alleen voor bijgebouwen met een formaat van maximaal 150 m2. Het vergunningsvrij bouwen mag alleen binnen het bouwvlak. We gaan even van de gunstige situatie uit; Dan is niet alleen de maximale oppervlakte van belang, maar ook de hoogte van het gebouw. Die mag maximaal 5 meter hoog zijn. Daarnaast worden alle bouwwerken geschaard onder de 150 m2. Heb je bijvoorbeeld al een aanbouw of een carport; dan gaat de oppervlakte van deze twee ‘bouwwerken’ af van de oppervlakte van het nieuw te bouwen bijgebouw.

 

 

In de praktijk

Jirka vertelt hoe dit in de praktijk in zijn werk gaat. ‘’Eerst doen we zelf onderzoek. Mochten we tot de conclusie komen dat vergunningsvrij bouwen een optie is, dan willen we toch nog wat zekerheid inbouwen voor onze klanten. We vragen onze collega’s van Van Santvoort Architecten vaak om een situatietekening. Zo maken we de plannen visueel. Hiermee gaan we alsnog even naar de gemeente en stemmen we af of er inderdaad sprake is van vergunningsvrij bouwen. Hierdoor voorkom je vervelende verassingen achteraf.”

 

Omgevingsvergunning

Is vergunningsvrij bouwen niet mogelijk dan moet je een vergunning aanvragen voor het bouwen van de stal. In dit geval moet je een omgevingsvergunning aanvragen, dat is feitelijk de vergunning die je voor iedere ‘constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren’, moet aanvragen. Een dergelijke vergunning is alleen mogelijk als de nieuw te bouwen stal binnen de voorwaarden van het bestemmingplan valt voor jouw accommodatie.

 

Benieuwd wat van Santvoort Advies voor jou kan betekenen? Neem contact met ons op!

 

Andere artikelen van Van Santvoort:

 

 

 

 

 

Verschillende soorten contractspartijen in de hippische sport

Met wie doet u zaken en waarom is dat relevant?

Als hippische ondernemer doet u wellicht zaken met professionele partijen en -consumenten. Wanneer u zonder problemen een zaak of een dienst levert, dan merkt u wellicht weinig van de verschillen tussen deze partijen. Maar wanneer tussen u en een consument een juridische discussie ontstaat (of kan ontstaan) dan is het goed om te weten dat een consument bijzondere rechten heeft. Hippisch advocaat Maud van den Berg bespreekt in dit artikel eerst het verschil tussen een professionele contractspartij en een consument. Vervolgens krijgt u een aantal tips waar iedere hippische ondernemer die (vaak of soms) met consumenten contracteert, zijn voordeel mee kan doen.

 

Professionele partij of consument?

Een professionele partij is de partij die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Een consument is een natuurlijk persoon, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Een professionele partij hoeft geen werknemers in dienst te hebben om als zodanig te worden gekwalificeerd. Een zelfstandige zonder personeel, die bijvoorbeeld in de uitoefening van zijn onderneming bemiddeld tussen de koper en verkoper van een paard, is dus ook een professionele partij.

Het antwoord op de vraag of u een consument of een professional voor zich heeft lijkt vrij zwart-wit, maar geregeld ontstaan hierover discussies. Denk bijvoorbeeld aan de directeur-grootaandeelhouder van een professionele trainings- en handelsstal die bij u aangeeft dat hij een paard koopt voor zijn nichtje of (klein)kind. Ander voorbeeld: een vennoot van een V.O.F die kleine machines zoals minishovels die het werk op een stal verlichten repareert. De vennoot koopt via één bestelling voor z’n EUR 10.000 aan gereedschap en apparatuur en betaalt de factuur via de rekening van de onderneming. Handelt de vennoot dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf? Het zal u misschien verbazen, maar in dit geval kan toch worden geoordeeld dat deze ondernemer handelde in de hoedanigheid van consument. Dat brengt mee dat hij een beroep kan doen op bijzondere rechten en bevoegdheden die hem -op grond van de wet- toekomen. Dat u mogelijk daarvan afwijkende contractuele afspraken met een consument vastlegt, maakt dat niet anders. Die rechten van een consument worden namelijk door de wetgever beschermd.

 

 

Bedenktijd voor consument

Zoals in een eerder artikel kort is besproken, kan een zaak gebrekkig worden geleverd. Wanneer een zaak gebrekkig is noemen we dat ook wel non-conform. Wanneer komt vast te staan dat een gebrekkige zaak is geleverd, dan kan de koper de koopovereenkomst ontbinden, en/of een schadevergoeding van de koper vorderen of een lagere koopprijs betalen. Als de discussie aan een rechter wordt voorgelegd, dan wordt de consument ten aanzien van zijn bewijspositie vergaand tegemoetgekomen wanneer hij kan aantonen dat de zaak gebrekkig is. Heeft dat gebrek zich namelijk binnen 6 maanden na de levering openbaard, dan wordt vermoed dat de zaak al bij aflevering gebrekkig was. Het is dan vervolgens aan de professionele verkoper om te bewijzen dat de zaak, toen deze werd afgeleverd, niét gebrekkig was. Vanaf 1 januari 2022 wordt als gevolg van het in werking treden van een nieuwe Europese richtlijn die periode van 6 maanden verlengd naar maar liefst een periode van 12 maanden. De Nederlandse wetgever heeft de mogelijkheid om ten aanzien van dieren van deze periode van 12 maanden af te wijken onbenut gelaten, waardoor deze nieuwe regel ook geldt ten aanzien van de koop van een paard. Professionele partijen die paarden verkopen aan consumenten dienen zich hier dus van bewust te zijn.

 

Tekst: Maud van den Berg | Headerfoto: Soledad Lorieto on Unsplash

Maud van den Berg is verbonden aan MAAK Advocaten NV als advocaat hippisch recht. Zij focust op contractuele en niet-contractuele zaken. Maud treedt voor de hippische sector op bij het inrichten van commerciële koopcontracten (zoals bij de koop van paarden) maar ook commerciële diensten, zoals een stallings- en trainingsovereenkomst van een paard. Zij heeft affiniteit met internationale koopcontracten, waaronder ook contracten tussen professionele partijen en consumenten. Heeft u een vraag over het contracteren met consumenten? Neem dan contact op met Maud.

 

 

Andere artikelen van Maud:

 

 

 

Registratie- en identificatieplicht vanaf vandaag van start

Vanaf vandaag moeten alle paarden in Nederland gehouden verplicht geregistreerd worden op de locatie waar zij gehouden worden. De nieuwe registratieplicht staat in de Europese Diergezondheidsverordening. Deze verordening geldt voor alle 27 lidstaten van de Europese Unie. Dit betekent dat in al deze landen dezelfde regels gelden rondom de I&R van dieren. Voor geiten, schapen en varkens geldt dit al langer. De registratie van paarden is belangrijk om snel te kunnen handelen bij een dierziekte, of bij problemen voor de volksgezondheid. Om die reden moet duidelijk zijn op welke locatie paarden gehuisvest worden. De database waarin deze gegevens worden opgeslagen, is door de overheid ondergebracht bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

 

Houder van het paard

De houder van het paard is verantwoordelijk voor de registratie van het paard. Alle paarden die in Nederland gehouden worden, moeten in de Nederlandse database staan. Je kan met het chipnummer (of levensnummer) van het paard checken in de app I&R Dieren of via deze zoekfunctie van RVO of het paard in de Nederlandse database voorkomt. Het paard hoeft hierbij niet op naam van de houder of eigenaar te staan.

Staat het dier nog niet in de database en gaat het om een paard met een buitenlands paspoort, dan dien je het paard nog in Nederland te registreren. Paarden met een buitenlands paspoort moeten binnen 30 dagen na uitgifte of binnen 30 dagen nadat het paard in Nederland is gekomen, geregistreerd worden in de Nederlandse database. Dat kan geregeld worden via één van de 34 Nederlandse paspoortuitgevende instanties (PPI). Een tweede manier is om de locatiehouder waar het paard gestald staat te vragen om via een importmelding het paard te registreren.

 

Houder van de locatie

De houder van de locatie is verantwoordelijk voor het registreren van zijn/haar locatie in een centrale, door RVO beheerde, database. Hiervoor vraagt de locatiehouder een Uniek Bedrijfsnummer (UBN) of breidt hij/zij een al bestaand UBN uit met paardachtigen. Dit geldt voor alle locaties waar paarden langer dan 30 dagen aaneengesloten worden gehouden. En dus niet alleen voor bedrijven, maar ook voor particuliere locaties. Een locatie heeft een eigen adres en toegangsweg of is een stuk grond waarop een paard kan lopen.

De houder van de locatie zorgt er vervolgens voor dat de paarden op zijn locatie aan zijn UBN gekoppeld worden. Paarden die langer dan 30 dagen de locatie verlaten moeten via RVO afgemeld worden op het UBN van de vertrekkende locatie en aangemeld worden op de nieuwe locatie. De locatiehouders van beide locaties zijn hier zelf verantwoordelijk voor.

Het aanvragen van een UBN voor paardachtigen is op dit moment nog kosteloos. Ook zijn er nog geen kosten verbonden aan het koppelen van paarden aan het UBN. De overheid kan niet met terugwerkende kracht kosten in rekening brengen.

 

Lokale administratie voor tijdelijke verplaatsingen

De houder van een locatie moet naast de registratie bij RVO ook een lokale administratie bijhouden van paarden die tijdelijk aan- of afwezig zijn. Dit kan middels een eigen gekozen softwareprogramma of in een map of schrift op de locatie zelf. In deze lokale administratie moeten verplaatsingen geregistreerd worden van paarden die langer dan 24 uur de locatie verlaten. Deze administratie moet voor tenminste 3 jaar worden bewaard.

 

Veel gestelde vragen

1. Algemeen

Onderwerpen: Algemeen, Paspoort, Handhaving, Kosten, Privacy

2. Houder van het paard

Onderwerpen: Registratie paard, Chippen, Voorbeeldcasussen

3. Houder van de locatie

Onderwerpen: Registratie paarden op locatie, Uniek Bedrijfsnummer (UBN), Database, Voorbeeldcasussen

4. Handel en fokkerij

Onderwerpen: Fokkerij, Handel, Voorbeeldcasussen

5. Internationaal

6. Overig

 

Bron: SRP

 

 

Andere artikelen over I&R:

Samenwerkingsverbanden binnen de hippische sport. Wat zijn de afspraken?

Samenwerkingsverbanden binnen de hippische sport tillen uw carrière, uw paard of uw fokproduct vaak naar een hoger niveau. Maar zoals bij iedere commerciële overeenkomst of -samenwerking kan het voorkomen dat de samenwerking niet aan de verwachting beantwoordt of om een andere reden wordt beëindigd. Andersom kan het ook zo zijn dat de samenwerking goed verloopt, maar dat bij de beëindiging daarvan een conflict ontstaat dat een afwikkeling in de weg staat.

Vragen zoals wie de eigenaar is van een paard of welke tegenprestatie tegenover de training en verzorging van een paard staat, kunnen dan actueel worden. Hippisch advocaat Maud van den Berg bespreekt eerst een aantal voorbeelden van samenwerkingsverbanden en vervolgens een aantal belangrijke punten waar u op moet letten.

 

Voorbeelden van een samenwerkingsverband

Voorbeeld 1: u koopt (of verkrijgt een percentage van de eigendom van) een jong paard en gaat met een andere partij, zoals een professionele ruiter, een samenwerkingsverband aan. Het paard wordt na de koop door uw samenwerkingspartner getraind, verzorgd en uitgebracht in de sport. U wilt het paard na een aantal jaar (met winst) verkopen, maar uw samenwerkingspartner weigert in te stemmen met de verkoop van uw aandeel, of weigert het paard af te geven en beroept zich op zijn retentierecht. U zou namelijk nog een flink geldbedrag aan uw samenwerkingspartner verschuldigd zijn op grond van de kosten van verzorging en de training van het paard.

Het is ook mogelijk dat uw samenwerkingspartner betwist dat u eigenaar van het paard bent geworden, of beweert eigenaar van het paard te zijn (gebleven), bijvoorbeeld omdat het paard een veulen van zijn merrie betreft.

Voorbeeld 2: u bent de ruiter van hetzelfde paard (een merrie) als in het eerste voorbeeld. U spreekt met de eigenaar van het paard (uw samenwerkingspartner) af dat u het paard mag laten dekken en dat u eigenaar wordt van het veulen. Jaren later, wanneer het veulen mede dankzij uw training een bijzonder talentvol paard is geworden en uw beiden carrière een vlucht neemt, stelt uw samenwerkingspartner dat hij de eigenaar is van het paard en dat u het paard daarom aan hem dient af te geven: daar gaat uw paard en -carrière.

 

 

Hippisch contract en eigendomsoverdracht

In de hierboven gegeven voorbeelden hadden partijen er goed aan gedaan om vooraf duidelijke afspraken te maken en die bovendien ook schriftelijk vast te leggen. Vaak is de afspraak niet (goed) op papier gezet, of hebben partijen de bedoeling van de samenwerking over en weer niet goed gecommuniceerd. Dat is een gemiste kans aan het begin van een samenwerking.

Wanneer de eigendom van een paard moet worden bepaald, zijn schriftelijke afspraken onmisbaar. Ook moet u rekening houden met de formaliteiten waaraan moet worden voldaan. Een eigendomsrecht moet namelijk van (in de regel) de verkoper aan de koper worden overgedragen. Wanneer niet aan de wettelijke vereisten voor een eigendomsoverdracht is voldaan, dan wordt u mogelijk geen eigenaar – ongeacht de (schriftelijke) afspraken met uw partner.

 

Het vermoeden van eigendom

De partij die het paard traint of verzorgt en op stal heeft staan en zich ook naar buiten toe gedraagt als de eigenaar, staat bij een geschil omtrent de eigendom van een paard met minstens 1-0 voor. Uitgangspunt is namelijk dat diegene die het paard voor zichzelf houdt (de bezitter), vermoed wordt de eigenaar te zijn. Hierop moet u bedacht zijn bij het contracteren.

Het duurzaam investeren in een talentvol paard met uw kostbare tijd, geld of zelfs het ten behoeve van de bevruchting ter beschikking stellen van uw dekhengst, heeft dus niet zomaar tot gevolg dat u (mede)eigenaar wordt van het paard.

Heeft u wél met de huidige eigenaar afgesproken dat u als gevolg van uw geleverde inspanningen (een deel van) het eigendomsrecht op het paard zal verkrijgen, bijvoorbeeld voorafgaand aan de geboorte van een veulen, maar draagt uw samenwerkingspartner desondanks niet (een deel van) de eigendom van het paard aan u over? Dan heeft u mogelijk wel een geldvordering op uw samenwerkingspartner. Dit is afhankelijk van (de uitleg van) de afspraken die zijn opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst.

 

Uitleg van een samenwerkingsovereenkomst

In de praktijk zijn de meeste discussies terug te herleiden tot een afwijkende partijbedoeling bij het aangaan van een overeenkomst. Wat mocht u -en de andere kant verwachten van de samenwerking? Alle omstandigheden kunnen daarbij van belang zijn, zowel voor, tijdens als na het sluiten van het contract. Ook kan het van belang zijn of het gaat om professionele partijen, of partijen zich door een advocaat hebben laten adviseren en of partijen over de afspraken in een overeenkomst hebben onderhandeld.

 

 

Registratie is geen eigendomsbewijs

Het feit dat een eigenaar op grond van de Identificatie & Registratie regelgeving verplicht is om een paard op naam te stellen, wekt bij partijen onterecht de verwachting dat een registratie als eigenaar, zoals in het paardenpaspoort (de tenaamstelling) of het stamboek de verkrijging van een eigendomsrecht op een paard tot gevolg heeft (of aantoont). Dit is niet juist.

Ook de nieuwe Europese regelgeving waaruit voor paardenhouders per 21 april 2021 een bijkomende (ten aanzien van de huidige Identificatie & Registratie regelgeving) registratieverplichting voortvloeit, heeft nog steeds alleen het doel om besmettelijke dierziekten (denk bijvoorbeeld aan de meest recente uitbraak van het Rhinovirus, begin maart van dit jaar) te voorkomen en -te bestrijden. Daarbij dient dus slechts het registreren van de locatie van paarden en niet een registratie van de eigenaren.

 

Advocaat gespecialiseerd in hippisch recht

Ieder samenwerkingsverband – en dus ook uw juridische positie ten aanzien van uw samenwerkingspartner – is anders.  Als advocaat word ik veelal ingeschakeld wanneer het kwaad al is geschied en dat is een gemiste kans. Juist bij het starten van een samenwerking doet u er goed aan alle zaken op tafel te leggen. Op die manier komt u tot de beste afspraak en weet u waar u aan toe bent.

 

 

Tekst: Maud van den Berg | Maak Advocaten
Headerfoto: Phinehas Adams on Unsplash

 

Andere artikelen van Maud:

 

Ik wil een nieuwe buitenbaan aanleggen, heb ik daar een vergunning voor nodig?

Met het mooie weer op komst is buiten rijden ineens veel aantrekkelijker dan in de koude wintermaanden. Bij van Santvoort Advies krijgen we dan ook vaak de vraag of een buitenbak aangelegd mag worden en of daar een vergunning voor nodig is. We leggen je de regelgeving graag uit!

 

Bestemmingsplan

De regels over het wel of niet mogen aanleggen van een buitenbak vind je terug in het bestemmingsplan. Als de rijbaan binnen het bouwblok of de woonbestemming komt te liggen is het vaak direct toegestaan. Maar in veel gevallen geldt hier ook weer, de uitzondering bevestigt de regel. Ga je bijvoorbeeld grond afgraven en moet je grond afvoeren? Dan is een bodemonderzoek mogelijk. Ook is het mogelijk dat er een archeologisch onderzoek verricht moet worden. Dat is afhankelijk van hoe diep er gegraven gaat worden. Regels over archeologisch onderzoek vind je ook terug in het bestemmingsplan. Een vergunning kan dan toch als verplichting gesteld worden.

 

Bouwblok

Dat je een mooie ruimte hebt op je locatie voor een buitenbaan betekend niet meteen dat deze in het bouwblok ligt. Op de website www.ruimtelijkeplannen.nl kun je eenvoudig zien of de geplande buitenbaan in het bouwblok ligt. Het is niet altijd toegestaan om buiten het bouwblok of de woonbestemming een rijbaan aan te leggen. Als er wel mogelijkheden zijn dan heb je altijd een vergunning nodig.

 

 

Voorwaarden

Gemeenten stellen voorwaarden voor het aanleggen van een buitenbaan. Welke voorwaarden van toepassing zijn verschilt per gemeente. Het gaat onder andere over de manier waarop de baan wordt aangelegd, de omheining, de bodemopbouw, de grootte, de verlichting, de landschappelijke inpassing en de ligging. Alle voorwaarden vind je in het bestemmingsplan. Een buitenrijbaan bestaat uit een bodem en een omheining. De gemeente ziet beide anders, de bodem is ‘werk’ en de omheining is ‘bouwwerk’. Het kan dus zo maar zijn dat je voor de bodem wel een vergunning krijgt en voor de omheining niet.

 

Voor wie is de rijbaan?

Door het bestuderen van het bestemmingsplan kun je al veel voorwerk doen en heb je snel informatie of je wel of geen vergunning nodig hebt voor de aanleg van je nieuwe rijbaan. Houdt er daarnaast rekening mee dat er vaak verschil wordt gemaakt tussen een baan voor hobbymatig gebruik of eentje voor een professioneel paardenbedrijf. Ook deze regelgeving verschilt per gemeente. Zo wordt er voor hobbymatig gebruik vaak slechts één buitenbaan toegestaan per locatie en kunnen professionals binnen het bouwblok meerdere rijbanen aanleggen. In beide gevallen geldt er buiten een bouwvlak een vergunningsplicht, maar in veel gevallen is voor een rijbaan binnen een woonbestemming ook een vergunning nodig. Het is voor zowel hobbyruiters als professionals niet toegestaan om in een bos- of natuurgebied een rijbaan aan te leggen.

 

Tot slot is het ook belangrijk dat de rijbaan ‘opgaat’ in de omgeving. Mooi landelijk hekwerk dat past in het landschap is aan te raden. Iedere gemeente stelt ook regels voor de hoogte van het hekwerk en het gebruik van verlichting. Handig om dat even op te zoeken voordat je hiervoor materialen gaat bestellen.

 

Wil je een rijbaan aanleggen maar weet je niet wat de mogelijkheden zijn binnen jouw gemeente? Van Santvoort Advies helpt je graag verder! Meer informatie?
Bel 0492-525552 of mail naar advies@vansantvoort.nl

 

 

 

Op zoek naar de juiste paardenbodem?