Hoe onderhoud ik mijn paardenbodem?

Je droom is gerealiseerd! De paardenbodem is klaar en in gebruik. Nu komt de fase die helaas vaak te weinig aandacht krijgt: het onderhoud. Het gebruik van de paardenbodem zorgt voor gebruikssporen. Voor het behoud van je paardenbodem is goed onderhoud essentieel.

 

PAARDENMEST & VERVUILING

Het verwijderen van mest is allereerst een belangrijk aspect van onderhoud. Paardenmest vervuilt het zand, waardoor de waterdoorlatendheid en stabiliteit van de bodem wordt beperkt. De levensduur van de bodem wordt verminderd door de vermenging van mest door de toplaag. Aangeraden wordt om mest dagelijks, of direct na het rijden te verwijderen. Idem als hoeven uit krabben voor het rijden.

Ditzelfde geldt niet alleen voor paardenmest, maar ook voor bladeren. Bladeren composteren en ook dat vervuilt de bodem. Het regelmatig verwijderen van bladeren zorgt ervoor dat de toplaag niet onnodig vervuilt raakt.

 

DE BLIJVENDE INVLOED VAN WATER

De invloed van water is in een eerdere blog al benadrukt. Ook bij het onderhoud benoemen we nogmaals de blijvende invloed van water. Water in de toplaag zorgt voor de stabiliteit en zowel voor een binnen- als buitenbodem geldt dat de waterbalans altijd in orde dient
te zijn. Dit kan zowel vanaf de onderkant (door middel van een eb en vloedsysteem) als via de bovenkant worden geregeld (regen, of beregenen).

De bodem dient gelijkmatig te worden bewaterd. Indien delen van de bodem beter van water worden voorzien dan andere delen, ontstaat een toplaag die niet overal gelijk is. Dat wil je liever niet.

Het verdient de voorkeur om regelmatig te bewateren, zodat de hoeveelheid vocht in de toplaag in balans blijft.

 

EGALISEREN

Het is belangrijk dat een paardenbodem waterpas en geëgaliseerd ligt en blijft. Op het moment dat (minimale) hoogteverschillen ontstaan, verliest de bodem zijn goede eigenschappen. Zo kan bij beregening de zwaartekracht het water meenemen naar lagergelegen plekken. Verschillen in dikte van het zandpakket dienen voorkomen te worden om gelijkwaardige eigenschappen te behouden, anders kan het gebeuren dat één deel van de bodem beter te berijden is dan andere delen.

Bij heftige regenval en een ongelijke bodem zullen de plassen die blijven staan zwakke en zachte plekken in de paardenbodem geven. Het is dus zaak om bij aanleg te zorgen dat de bodem waterpas ligt en met regelmatig onderhoud te bewaken dat dit zo blijft. Door correct te slepen kan de gelijkmatigheid van de bodem worden behouden. Mocht de paardenbodem onverhoopt iets van zijn gelijkmatigheid hebben verloren, is er nog geen man overboord: met behulp van een laser kan de bodem weer goed geëgaliseerd worden.

 

VOORKOMEN ONTMENGING

Als de bodem onvoldoende wordt onderhouden met bewateren en slepen kan het ook zijn dat de stabiliteit verbeteraar langzaamaan ontmengt met het zandpakket. Je kunt dit eenvoudig zien gebeuren als de polyvlokken of vezels steeds meer op het zandpakket komen te liggen in plaats van er doorheen. Op dat moment is ontmenging opgetreden en dient de stabiliteit verbeteraar opnieuw vermengt te worden.

 

CONTROLE VAN DE BODEM

Bij correct onderhoud hoort ook dat je belangrijke elementen van de paardenbodem regelmatig controleert. Met name de drainage van de paardenbodem en de juiste laagdiktes.

Mocht er water op de paardenbodem blijven staan, kan het zijn dat de aanwezige drainage een onderhoudsbeurt nodig heeft. Door de jaren heen kan het systeem verstopt zijn geraakt door vervuiling of door fijne zandkorrels die in de drainagebuis vast zijn komen te zitten. Na verloop van tijd kan daardoor de werking van de verminderen. Regelmatig onderhoud aan de drainage kan je een hoop nattigheid besparen.

Als de buis geblokkeerd is, probeer die dan eerst handmatig schoon te maken. Lukt dit niet, dan kan het drainagesysteem ook machinaal worden doorgespoten. Vaak kunnen deze werkzaamheden worden uitgevoerd door een rioolbedrijf of gespecialiseerde drainagebedrijven.

Een ander belangrijk punt dat regelmatig moet worden gecheckt is de juiste laagdikte van de toplaag. Controleer regelmatig of de bodem (overal) nog gelijk is door met een meetlat op verschillende plekken de toplaag diepte te meten. Door het slepen en het gebruik van de bodem kan het voorkomen dat sommige plekken zwaarder worden belast dan andere. Mocht je merken dat de laagdiktes te veel gaan variëren, dan is het zaak om de bodem opnieuw te egaliseren zodat de eigenschappen overal gelijk blijven.

Wil je meer kennis opdoen over paarden- en/of paddockbodems? Bekijk dan de ebooks van Zandcompleet: https://www.zandcompleet.nl/categorie/manegebodem/ebook/

 

Paddock en paardenbodem combineren. Kan het wel, of niet?

In theorie zou het ideaal zijn: een rijbodem ook gebruiken als paddock. Zeker als de ruimte en/of het budget beperkt is. Je hebt minder aanlegkosten, er is minder ruimte nodig en de bodem wordt efficiënter gebruikt. Want hoe zonde is het als een rijbodem het grootste gedeelte van de dag leegstaat, terwijl deze ook tegelijk als verblijfplaats van de paarden zou kunnen worden gebruikt? Zeker voor privéstallen waar weinig paarden staan zou het een uitkomst zijn.

Niet voor niets krijgen wij dus vaak de vraag: ‘Kan ik mijn rijbodem ook gebruiken als paddock?’

 

Theorie ten opzichte van de praktijk

Vanuit het bodemperspectief is ons antwoord in principe ‘nee’. Toch zien we in de praktijk dat een rijbodem en paddock regelmatig met elkaar worden gecombineerd. Het kan dus wel. Maar het schept met name voor de rijfunctionaliteit niet de ideale omstandigheden.

Voor een paddock werken we idealiter met dikkere lagen in de toplaag van het paardenbakzand. 20cm zand is niet ongebruikelijk voor een paddock. Voor een rijbodem gaan we liever niet dikker dan 15cm. Want hoe dikker het zandpakket, hoe lastiger het is om de bodem te laten stabiliseren.

Bovendien is het rollen, spelen, mesten en eten, wat in de paddock gebeurt, niet bevorderlijk voor de stabiliteit van de bodem. Eenmaal gelegd, wil je rijbodem eigenlijk zoveel mogelijk met rust laten: om de toplaag stabiel en egaal te houden. Terwijl je in een paddock juist graven, rollen en spelen wilt kunnen faciliteren.

Als je de mogelijkheid hebt, zou ons advies dus zijn om de twee bodems niet te combineren. Kun je in praktijk niet anders? Dan helpt het om je verwachtingen ten aanzien van de rijfunctionaliteit lager te stellen.

 

 

Hoe kun je het wél laten werken?

Als je geen andere mogelijkheid hebt en je wilt paddock en rijbodem toch met elkaar combineren, dan zijn de volgende zaken belangrijk:

  • Verwijder dagelijks, liefst twee keer per dag, de mest of gemorst ruwvoer. Dit voorkomt vervuiling van het zandpakket.
  • Houd rekening met groter onderhoud. Doordat de bodem intensiever gebruikt wordt, dien je zandlagen eerder te verversen, los te trekken of bij te vullen.
  • Als je paarden graven, tijdig de kuilen dichtmaken.
  • Extra slepen. Probeer de bodem zo egaal mogelijk te houden.
  • Stel je verwachtingen ten aanzien van de stabiliteit bij. Een bodem die gebruikt wordt als verblijfplaats voor paarden zal minder stabiel zijn. Hou hier rekening mee in je verwachtingen. Met name in de zomer en in droge periodes zal de bodem de grootste stabiliteitsproblemen tonen: het zandpakket wordt dan snel te los.
  • Zorg voor een goede vochtbalans (zoals een beregeningsinstallatie).

Longeren of grondwerken in een paddock

Hoe zit het dan met andere functies in combinatie met een paddock? Is de bodem geschikt om te longeren? Of grondwerk te doen?

Allereerst is ook dit afhankelijk van het type bodem en de gekozen opbouw. Grondwerk, op een rustige manier, is prima uit te voeren in een paddock. Daarvoor is een iets zwaardere bodem minder van belang dan wanneer het paard intensief getraind wordt. Pas op het moment dat de paddock intensiever wordt belast, bij draven en galopperen, wordt de bodemkwaliteit belangrijker.

Longeren geeft vooral veel zijwaartse krachten op de toplaag. De bodem dient dit voldoende te kunnen opvangen.

Een bodem die te zwaar is geeft veel belasting op de paardenbenen. Zakt het paard verder weg dan de koot weg? Dan is de bodem eigenlijk te zwaar voor actief en regelmatig werk.

 

Meer leren over paardenbodems?

In onze ebooks delen we onze jarenlange ervaring in de paardenbodems. We hebben twee boeken geschreven, over paddocks voor paarden en rijbodems. In beide ebooks delen we onafhankelijk onze kennis en alle ins en outs over de opbouw van deze twee type paardenbodems.

 

Andere artikelen over paardenbodems:

 

 

 

 

Onderhoud van paardenwei makkelijker met werktuigen van Knegt

Knegt tractoren zijn zeer geschikt voor de paardenhouderij. Ook omdat Knegt verschillende werktuigen voor achter de tractor heeft ontwikkeld die het werk op het erf of in en om de paardenwei leuk en makkelijk maken. Maaiers, frezen, grote kop-eggen, houthakselaars, bodemvlakkers, kunstmeststrooiers en een grondbakje voor het transport van spullen.

 

Verstekklepelmaaier

Knegt verkoopt vier soortenklepelmaaiers in verschillende breedtes. Eén daarvan is een verstekklepelmaaier, een maaier op een arm die je zowel achter de tractor als volledig naast de tractor kan plaatsen. Hierdoor kan je makkelijk onder de afrastering of het hekwerk van een paardenweiland door maaien. Deze klepelmaaier is ook kantelbaar, zodat hij de slootkanten van het weiland meeneemt. In verticale stand maait hij de haag.

 

Klepelmaaiers kunnen tegen een stootje

De klepelmaaiers zijn heel robuust uitgevoerd met zware gietijzeren klepels. Die kunnen tegen een stootje! In het weiland liggen vaak stenen, takken of molshopen. Daar maakt de klepelmaaier van Knegt korte metten mee.

 

Knegt KMV145

 

Weidebloter

Voor optimaal weidebeheer ontwikkelde Knegt de weidebloter. Deze maaier is voorzien van drie zware messen, die het gras afsnijden waarna het aan de achterkant wordt uitgeworpen. Dit apparaat geeft een mooi maaibeeld, maar is wel gevoeliger dan de klepelmaaier voor alles wat geen gras is.

 

Klepelmaaier met opvang

Ideaal voor de paardenhouder is de klepelmaaier met opvang. Paarden eten het gras alleen waar ze niet mesten. Om het gras daar weg te krijgen, moet je het maaien waarna de mest met een weidesleep moet worden verspreid. Maar de Knegt-klepelmaaier maait het gras en neemt ook alles meteen mee. Hierdoor wordt de mest voor 80% verwijderd. Belangrijk bij het tegengaan van wormbesmettingen!

 

Gaten boren met palenboren

Knegt verkoopt ook palenboren die uitstekend geschikt zijn om een hekwerk te plaatsen of om boompjes te planten. Hiermee boor je gaten in de grond tot een breedte van 30 centimeter.

 

Erf onderhouden en schoonmaken

Met de Knegt-veegmachine kan je het erf onderhouden en schoonmaken. De vegers zijn voorzien van een opvangbak en beschikken over in hoogte verstelbare zwenkwielen.

 

 

 

 

Andere artikelen over Knegt Tractors:

 

 

 

Zandkastelen en paardenbodems, wat hebben ze met elkaar gemeen?

Het belang van water

Huh, zandkastelen? We gaan het toch hebben over paardenbodems? Klopt. En daarom wil ik graag starten met een zandkasteel. Als je ooit een zandkasteel hebt proberen te maken op het strand of in een zandbak dan ervaar je al snel dat het belangrijk is dat het zand een beetje ‘plakt’, of verbinding heeft. Als het zand te los is, is het onmogelijk om een zandkasteel te maken.

Als zand niet plakt kun je niets bouwen. Om het te laten binden maken we daarom het zand nat. Ditzelfde fenomeen zie je aan de kust. In de vloedlijn is het zand stukken stabieler dan richting de duinen waar het vooral los zand is. Het geheim zit hem dus in het water. En dat water, dat wordt nu nog net te vaak vergeten in paardenbodems.

 

Water en paardenbodems

Een goede paardenbodem bestaat gemiddeld genomen voor 15% uit vocht. Nu is dat lastig te meten, dus is het vooral ervaring opdoen voor je eigen bodem. De hoeveelheid water die nodig is, is afhankelijk van de weersomstandigheden, de locatie en de omgeving. Staan er veel grote bomen rondom je paardenbodem dan bestaat de kans dat de wortels van de bodem al het water snel(ler) uit de bodem trekken. Sommige delen kunnen dan droger/ losser zijn dan andere delen.

Maar ook met warm zonnig weer en wind droogt de bodem sneller uit. Allemaal factoren om rekening mee te houden in het behouden van de juiste vochtbalans in zand.

Alle zandsoorten drogen uit zonder voldoende vocht. Sommige zandsoorten zullen iets zwaarder worden dan andere, maar vocht is voor ieder zandsoort belangrijk.

De eerste vraag die wij dan ook stellen aan klanten die hun bodem te zwaar vinden. Hoe is de waterhuishouding en hoe onderhoud je deze? Is de bodem in natte periodes namelijk wel goed, maar enkel in droge periodes niet, dan bestaat de kans dat met het zand niets mis is, maar dat de vochtbalans niet in orde is.

 

 

Hoe goed bewateren?

Een paardenbodem bewateren kan op twee manieren. Enerzijds door middel van sproeien van bovenaf en anderzijds via een eb- en vloedsysteem. Een eb en vloedsysteem is niets meer dan een systeem om van onderaf de bodem te voorzien van de juiste vochtbalans. De vochtbalans is hierbij iets beter te reguleren. Toch is sproeien van bovenaf nog steeds de meeste gebruikte manier van bewateren.

Als je sproeit is het belangrijk om regelmatig te sproeien en niet af en toe heel veel en dan de bodem weer volledig te laten uitdrogen. Dus liever iedere dag een beetje, dan eens in de zoveel dagen heel veel. Balans is het toverwoord. Zorg hierbij dat de bodem egaal bewaterd wordt en dat de bodem vlak ligt.

 

Een stabiliteitverbeteraar in plaats van water?

Een stabiliteitverbeteraar, zoals tapijtvezels ondersteunt in de paardenbodem voor meer verbinding. Het zand zal door de toepassing van een vezelverbinding minder snel zwaar worden. Het dient als een soort bewapening.

 

Ondanks dat de bodem zeker zal verbeteren met enkel het gebruik van een vezel, blijft bewateren en goed onderhoud noodzakelijk. Zand wat te ver uitdroogt verliest zijn binding, dus ook met een stabiliteitverbeteraar. Je kunt dit makkelijk herkennen wanneer de vezels en vlokken te veel bovenop liggen in plaats van vermengd door de toplaag. Het advies is dan om de stabiltiteitverbeteraar opnieuw te vermengen en de vochtbalans beter op peil te houden.

 

Wil je meer kennis opdoen over paardenbodems? Bekijk dan de ebooks van Zandcompleet

 

 

Meer artikelen van Zandcompleet:

 

 

Ruwvoer zelf maaien en hooien

Wanneer je je paarden aan huis hebt staan of een gedeelte van je wei kunt gebruiken voor het zelf maaien van ruwvoer, heeft dat veel voordelen. Vooral voor je portemonnee! Maar hoe doe je zoiets? Hoelang moet het gras drogen voor voordroogkuil en hoelang voor hooi? En hoe zorg je voor een zo laag mogelijk suikergehalte? We leggen het graag uit.

 

Hooi laten drogen en opslaan

Ruwvoer is één van de eerste levensbehoeften van paarden. In de natuur scharrelen ze de hele dag rond en het beste is dan ook om ze nooit te lang zonder ruwvoer te laten staan. Onder ruwvoer verstaan we gras in de weide, maar ook hooi of voordroogkuil. Door het gras te laten drogen (kunstmatig of natuurlijk) wordt het vochtgehalte lager, ca 15-30 %. Gras laten drogen tot het hooi wordt, duurt ongeveer 5 dagen, afhankelijk van de weersomstandigheden. Door het lage vochtgehalte is het lang te bewaren (meer dan een jaar), omdat het ongevoeliger is geworden voor schimmels en andere micro-organismen. Hooi moet je wel droog opslaan.

 

Hoe maak ik hooi voor paarden met een laag suikergehalte?

Er zijn verschillende factoren die het suikergehalte in het gras bepalen. Voor paarden willen we deze het liefst zo laag mogelijk houden. Ga je zelf hooi maken? Dan is onder andere het tijdstip van maaien heel belangrijk. Op een normale zomerdag zijn de suikergehaltes ’s morgens heel vroeg namelijk het laagst. Als je gras gaat maaien om hooi van te maken, maai het gras dan tussen 05.00 uur en 10.00 uur ’s ochtends. Daarnaast stijgen suikergehaltes in het gras bij een tekort aan water (droogte) en als de bodem onvoldoende meststoffen bevat. Zorg dus dat je de wei een goede onderhoudsbemesting geeft. Gebruik bijvoorbeeld Pavo FieldCare: dit is een kunstmest speciaal voor paardenweides.

 

Tip!

Op een normale zomerdag zijn de suikergehaltes in het gras ’s morgens heel vroeg het laagst. Als je gras gaat maaien om hooi van te maken, maai het gras dan tussen 05.00 uur en 10.00 uur ’s ochtends.

 

Voordroog maaien en hooien

Voordroogkuil krijg je door het gras ongeveer 3 dagen te drogen op het land en het daarna in te wikkelen met folie. De invloed van zuurstof wordt hierdoor beperkt en er treedt een verzuring op in de baal voordroogkuil. Deze wordt veroorzaakt door bacteriën, waarmee de houdbaarheid wordt vergroot. Door het hoge vochtgehalte (ca. 25-30% vocht) kan een aangebroken baal kuil gaan schimmelen. Zorg ervoor dat een aangebroken baal voordroogkuil binnen 4 à 5 dagen wordt verbruikt. In de warme zomermaanden kan de houdbaarheidstermijn van een aangebroken baal nog kleiner zijn door broei.

 

 

De voedingswaarde van het hooi bepalen

Met behulp van eigenschappen als geur, kleur en samenstelling kun je een redelijke inschatting maken van de kwaliteit van het hooi. Toch zegt dit niet alles over de voedingswaarde. Hiervoor kun je een analyse laten uitvoeren door het Bedrijfslaboratorium voor Grond- en Gewasonderzoek Eurofins Agro te Oosterbeek. Dit kan onder andere via de Pavo Ruwvoer Quickscan. Dit is een snelle analyse waarbij je weet hoeveel suiker, eiwit en energie er in je ruwvoer zit. In het rapport worden de uitkomsten weergegeven op een schaal van 1 tot 5, waarbij 1 ‘laag’ is en 5 ‘hoog’. Welke waardes je nastreeft, hangt helemaal af van de behoefte van je paard (dit vindt je ook terug in het rapport).

 

Kleur en geur van hooi

Aan de kleur en geur van het hooi kun je wel wat informatie over de droogperiode afleiden.

  • Groen: hooi met een groene kleur en een frisse kruidige geur heeft kort op het land gelegen om te drogen (ca. 4 dagen). Het aandeel verteerbaar ruw eiwit is hoog, evenals de energiewaarde.
  • Licht bruin: dit hooi heeft een karamelachtige geur doordat het licht gebroeid heeft. Hierdoor is de voedingswaarde afgenomen (0,66 eenheden / kg ds).
  • Bruin-zwart: de zwarte kleur kan veroorzaakt worden door zware broei. Tevens geeft de broei een muffe geur en is dus voor het paard minder smakelijk.

 

Kwaliteit van voordroogkuil bepalen

Ook van voordroogkuil kun je een redelijke inschatting maken op basis van je zintuigen. Allereerst moet het schimmelvrij zijn; er mogen geen witte plekken in de baal zitten. Als je dit wel het geval is, betekent dit dat het folie lek is en het voer is bedorven. Kuil die op een goede manier is gewonnen, heeft een frisse lichtzure geur. Wanneer er een sterke rottingsgeur vrijkomt dan is het vochtgehalte vaak groter dan 60%. Meestal wordt deze onaangename geur veroorzaakt door bacteriën, die ammoniak en boterzuur produceren. Deze zogenaamde ‘natte kuil’ is minder geschikt voor paarden.

 

Tekst: Pavo Paardenvoer

 

Andere artikelen van Pavo:

 

KOLTEC: heel Hollands

KOLTEC -de specialist in schrikdraadapparaten- gaat al even mee. Het bedrijf werd in 1942 opgericht en focust zich vanaf 1945 volledig op de productie en toepassing van elektrische afrasteringen. Met eigen spuitgietmachines, trafowikkelaars en printplatenproductie heeft KOLTEC de productontwikkeling en productie in eigen huis.

 

Dat het bedrijf over alle benodigde expertise beschikt, bewijst directeur/eigenaar Hilko Dammer in het gesprek dat we met hem voeren. ‘Om elektrische afrasteringen zo effectief mogelijk te maken, is de keuze voor het juiste schrikdraadapparaat enorm belangrijk. Het product moet passend zijn bij de doelstelling van de afrastering, bij het diertype, gebruikte materialen en bij de omgevingsfactoren. Je kunt je voorstellen dat je met een sterker schrikdraadapparaat een langere afrasteringslengte kunt voeden, maar factoren zoals bijvoorbeeld aangroei van gras en onkruid vragen meer vermogen en beperken de maximale afrasteringslengte. We doen er alles aan om onze producten praktisch in te vullen. Zo maken we bijvoorbeeld voorgemonteerde oplossingen die installateurs helpen sneller een afrastering op te bouwen.  Hiermee kunnen zij op hun beurt hun installatieprijs laag houden.’

 

Hilko Dammer, 58 jaar, DGA van KOLTEC

 

Focus op één product
‘De focus van ons familiebedrijf ligt volledig op schrikdraadapparatuur en aanverwante producten. Dat is uniek ten opzichte van andere aanbieders van dit soort apparatuur.’ Hilko vindt het belangrijk om te noemen dat de producten van KOLTEC op en top Nederlands zijn. ‘KOLTEC is een Nederlandse producent, werkt ook samen met lokale, gespecialiseerde productiebedrijven en koopt waar mogelijk haar onderdelen in Nederland in. Als je grondstoffen en/of onderdelen in Nederland kunt kopen, dan heeft dat onze voorkeur.’

 

 

Over KOLTEC
De kernwaardes van dit Brabantse bedrijf passen perfect bij de indruk die wij van KOLTEC krijgen. ‘In de eerste plaats zijn we dankzij onze geringe omvang van veertien man erg flexibel. We kunnen binnen onze productie snel schakelen op de behoefte van de klant. Dat we oplossingen met onze producten weten te creëren die niet standaard zijn, bijvoorbeeld voor het Wereld Natuur Fonds en dierentuinen, onderschrijft dat we tevens creatief zijn,’ aldus Hilko. ‘Daarnaast staat kwaliteit bij ons hoog in het vaandel, een kernwaarde die door onze ISO-certificering wordt bekrachtigd. De apparaten worden allemaal geleverd met vijf jaar garantie. Verder is KOLTEC ook een sociaal bedrijf. Sociaal naar onze medewerkers en wij bieden werk aan lokale dagopvang voor gehandicapten en sociale werkvoorzieningschappen. Als bedrijf doen we ook veel om onze productie duurzaam te produceren en te laten functioneren. Onze hele elektriciteitsbehoefte wordt ruimschoots gedekt door de stroomproductie uit zonnepanelen die op het dak van het bedrijfspand liggen. Maar de apparaten die we produceren moeten ook zuinig in gebruik zijn, zeker als ze functioneren op een batterij, accu of in combinatie met een zonnepaneel.’

 

Meer informatie: Website KOLTEC

 

 

 

 

Tekst: Marieke Pool | Fotografie: Renate Vos Fotografie

Maak ook je paardenweide klaar voor het weideseizoen

Het is belangrijk dat je niet alleen je paard, maar ook de paardenweide voorbereidt op het weideseizoen. Met deze tips maak jij je paardenweide klaar voor het weideseizoen:

  • Eenmaal in de 10-15 jaar moet grasland vernieuwd worden, dit kan door opnieuw inzaaien of doorzaaien.
  • Gebruik zowel bij inzaaien als doorzaaien altijd een graszaadmengsel dat geschikt is voor paarden, zoals Pavo Paardengraszaad. Een koeienwei is namelijk heel anders dan een paardenweide, o.a. vanwege de voedingswaarde, het groeipunt van de grasplant en de zode. Lees hier meer over het verschil tussen een paarden- en koeienwei.
  • Wissel het beweiden van de grasmat regelmatig af met maaien.
  • Het is niet de leukste klus, maar wel belangrijk: schep dagelijks de mest uit de paardenwei om de infectiedruk van de wormen te verminderen.
  • Bij een gezonde paardenwei hoort een goede onderhoudsbemesting. ‘Normale’ kunstmest die veel voor koeienweides wordt gebruikt, bevat stikstof die binnen tien dagen vrijkomt. Het gras krijgt hierdoor een enorme groeispurt wat voor onze paarden niet wenselijk is. Gebruik daarom een meststof speciaal voor paardenweides, waarbij de stikstof langzaam vrijkomt en het gras gelijkmatig kan groeien, zoals Pavo FieldCare. Na het strooien van Pavo FieldCare kunstmest moet het minstens één keer goed geregend hebben, zodat de mestkorrels mooi op de bodem liggen. Daarna kunnen de paarden weer lekker naar buiten!

 

Paardenvoer bij weidegang aanpassen

In het voorjaar begint het typische weideseizoen voor paarden. Het verse gras dient in deze periode als belangrijke voedselbron. Om problemen te voorkomen is het van belang om het rantsoen van je paard hier tijdig op aan te passen.

 

Weidegang opbouwen

Paarden hebben een gevoelig verteringsstelsel. Veranderingen in het voerrantsoen moeten daarom altijd geleidelijk worden doorgevoerd. Dat geldt ook voor de overgang van stal naar weide. Als die te snel gaat, kunnen problemen ontstaan, zoals diarree of hoefbevangenheid.

Bij normale paarden is het advies om met 20% per dag het oude te verminderen en de nieuwe situatie te vermeerderen. Bij paarden waarvan bekend is gevoelig te zijn voor suiker elke dag 10%.

 

Waar let je op bij paardenvoer naast weidegang?

Voordat je je afvraagt welk paardenvoer het meest geschikt is bij weidegang, is het eerst belangrijk om je te beseffen hoeveel en wat voor voer je paard al opneemt als hij in de wei aan het grazen is. Hiervoor kijken we naar het aantal uren dat je paard op de weide staat en het type weide.

 

Aantal uren

In tegenstellig tot hooi, is gras veel ‘natter’ en bestaat dit voor maar liefst 85% uit water. Om deze reden moet je altijd rekenen vanuit droge stof, oftewel het gras dat overblijft als je al het vocht eruit zou halen. Op een gemiddeld weiland eet een paard van 600 kg ongeveer 5.1 kg gras per uur. Als je de 85% aan water hier afhaalt, blijft er gemiddeld 760 gram droge stof over die per uur wordt opgenomen.

 

 

Type weide

Naast het aantal uren dat je paard per dag op de wei staat, is ook het type wei van groot belang. Een rijke, groene wei met dichte grasvelden bevat meestal veel energie, suiker en eiwitten, maar weinig structuur. Paarden die op zulke type weiden staan, hebben een ander aanvullend rantsoen nodig dan paarden op een arme, kale, structuurrijke weide. Tot slot is het ook belangrijk hoeveel paarden een weide moeten delen.

 

Paarden voeren bij weidegang

Het is dus van verschillende factoren afhankelijk welk paardenvoer het meest geschikt is bij weidegang. Kijk bij de keuze voor het juiste paardenvoer goed naar zowel het type weide als de behoeften van het paard. Alles over de behoefte van je paard en de weidegang, lees je hier: paardenvoer bij weidegang aanpassen

Tip: Is je paard gevoelig voor suiker? Zet je paard dan ‘s morgens niet in de wei. In de ochtend bevat gras namelijk het meeste suiker, ook wel fructaan genoemd.

 

 

Fructaanindex helpt bij bewuste weidegang

We zitten midden in het weideseizoen. En hoewel gras voor een paard een natuurlijke voedingsbron is, brengt de overgang van stal naar weide wel wat risico’s met zich mee. Eén van deze risico’s is de hoeveelheid fructaan in het gras.

 

Wanneer is het fructaangehalte hoog?

In de zon maakt een grasplant fructaan aan, wat hij gebruikt om te groeien. Hoe meer warmte en zonlicht er is, hoe meer fructaan er ook weer verbruikt wordt. Bij lage nachttemperaturen groeit de plant niet tot nauwelijks tijdens de nacht en wordt deze fructaan niet verbruikt, waardoor het fructaangehalte in het gras veel minder daalt dan wanneer het een zachte nacht is. De volgende ochtend begin je dus al met een hoger fructaan in het gras (accumulatie van het fructaan). Als het paard dit (vaak korte) gras eet, schiet zijn suikerspiegel omhoog, komen er meer suikers in de dikke darm terecht en ligt hoefbevangenheid op de loer. Dit is met name een risico voor paarden en pony’s die erg gevoelig zijn voor hoefbevangenheid.

 

 

Advies weidegang

Tijdens het voorjaar moeten we voorkomen dat het paard in één keer een te grote hoeveelheid fructaan binnenkrijgt, ongeacht of ons paard gevoelig is voor hoefbevangenheid of niet. Zelfs de meest stabiele bacteriepopulaties van het spijsverteringsstelsel worden in een bepaalde mate beïnvloed door overbelasting van fructaan, maar zijn in staat de effecten te verminderen. Gelukkig is het management voor alle paarden hetzelfde: voorzichtig omschakelen en het lichaam (lees: bacteriekolonies) de tijd geven zich aan te passen.

 

Wil je alles weten over hoe je dit het beste kunt managen, klik dan hier: fructaanidex helpt bij bewuste weidegang

 

Tekst en foto’s: Pavo Paardenvoer