Skip to content

Wat voor invloed heeft de omgeving op staart- en maneneczeem?

Thema: Welzijn

Wat voor invloed heeft de omgeving op staart- en maneneczeem?

Thema: Welzijn

Nu het warmer wordt begint staart- en maneneczeem weer een probleem te worden. Het probleem lijkt de laatste jaren in sterke mate toe te nemen. Staart- en maneneczeem is erfelijk bepaald, maar welke omgevingsfactoren spelen daarnaast een rol?

 

Wat is staart- en maneneczeem?

Staart- en maneneczeem is een allergische reactie van de pony of het paard op de beet van een mug, de Culicoide. Deze beet veroorzaakt hevige jeuk, dat tot de welbekende kale schuurplekken leidt. Deze plekken bevinden zich vooral aan de bovenkant van de staart en in de manen, waardoor deze soms volledig kaal geschuurd zijn, maar kan ook op andere delen van het lichaam voorkomen. Door de hevige jeuk zijn zowel het welzijn als de economische waarde van het dier verminderd.

 

Hoeveel komt het voor?

Hoe vaak staart- en maneneczeem voorkomt verschilt per ras. Er zijn rassen die gevoeliger zijn dan andere rassen. Bij Shetlanders heeft ongeveer 8% staart- en maneneczeem, terwijl het bij Friezen gezien wordt bij 18% van de paarden. Over het algemeen komt het vaker voor bij pony’s dan bij warmbloed paarden. Voor een individueel dier geldt dat het afhankelijk is van zijn erfelijke aanleg in combinatie met de omgeving waarin het gehouden wordt of hij symptomen ontwikkelt.

 

Doet de omgeving ertoe?

Het is dus duidelijk dat zowel de genetica als de omgeving samen bepalen of het dier last krijgt van eczeem. Het kan dus zo zijn dat een genetisch gevoelig dier onder gunstige omgevingsomstandigheden alsnog kans hebben om zonder staart- en maneneczeem verschijnselen door het leven te gaan. Maar ook het omgekeerde is mogelijk, dat een dier met een lage gevoeligheid onder slechte omstandigheden toch staart- en maneneczeem ontwikkelt.

 

 

Welke omgevingsfactoren spelen een rol?

De regio waarin een paard of pony wordt gehouden is heel bepalend voor het risico op staart- en maneneczeem. Dat komt doordat iedere regio een andere omgeving en net een ander klimaat heeft. Nederland lijkt een klein land, maar de lokale verschillen zijn groot en maken dus ook een groot verschil als het gaat om het risico op staart- en maneneczeem. Eigenlijk bepaalt de leefomgeving en het klimaat hoeveel muggen daar voorkomen, en daarmee ook het risico op symptomen. Een gebied met vooral fijn duin- of stuifzand zorgt voor een gunstig effect, terwijl heide en veenvegetatie juist een verhoogd risico opleveren. Het klimaat heeft een duidelijke invloed op de regio doordat er grote verschillen zijn in het aantal warme en koude dagen. De Culicoides hebben een voorkeur voor warm, droog weer. Regio’s waar dat vaker voorkomt leveren dus een verhoogd risico, terwijl meer regen en koude dagen een duidelijk verminderd risico geven.

 

Wat kun je als paardenhouder doen?

Als paardenhouden kun je er dus rekening mee houden uit welk gebied een aan te kopen paard afkomstig is. Daarnaast kun je ook plannen wanneer een paard of pony buiten kan lopen met een lager risico, door rekening te houden met de weersomstandigheden van dat moment.

 

Tekst: Dr. Ir. Ilse van Grevenhof | Docent bij Hogeschool Van Hall Larenstein

 

Andere artikelen van Hogeschool Van Hall Larenstein:

 

Deel dit artikel:

Ook interessant

Subsidiekansen voor hippische ondernemers

Pavo versterkt marktpositie door overname in Verenigd Koninkrijk

Paarden aan huis, maar hoe zit het met de vergunningen? Van Santvoort Advies legt uit